Al jarenlang spreken advocaten, vertegenwoordigd door de Nederlandse Orde van Advocaten, hun zorgen uit over de vergoedingen die de overheid uitbetaalt in het kader van de gefinancierde rechtsbijstand. In strafzaken komt het met grote regelmaat voor dat de overheid van advocaten vergt dat zij gratis werkzaamheden verrichten of zelfs dat zij kosten moeten maken om werkzaamheden te verrichten, zonder dat daar ook maar enige vergoeding tegenover staat. Jan Vlug heeft hierover recent een blog geschreven met daarin een groot aantal voorbeelden van deze gratis werkzaamheden.
In januari 2019 heeft ons kantoor zich aangesloten bij een initiatief van Cleerdin & Hamer Advocaten, inhoudende om te stoppen met werkzaamheden waar geen vergoeding tegenover staat. Dit initiatief zag kort gezegd op werkzaamheden in (tamelijk) bewerkelijke zaken waar de Raad voor Rechtsbijstand geen vergoeding voor wil uitbetalen.
Verschillende commissies hebben al geruime tijd terug geconstateerd dat er een urgent probleem is. Zo heeft de in opdracht van de Minister van Justitie en Veiligheid ingestelde Commissie Van der Meer al in het najaar van 2017 gesteld dat in het huidige stelsel van gefinancierde rechtsbijstand een redelijk inkomen “in de verste verte niet haalbaar is”. De urgentie die hieruit spreekt, is niet mis te verstaan. Desondanks zijn er bijna twee jaar later nog altijd geen noodmaatregelen of iets van dien aard getroffen om aan deze situatie een einde te maken. Integendeel, per 1 juni 2019 heeft zich voor een deel van de sociale advocatuur een verstrekkende verslechtering aangediend, waarvan de Minister pas deze week in antwoord op kamervragen heeft gesteld “dat hij op korte termijn in overleg treedt” met de advocatuur. De algehele opstelling van de minister getuigt van weinig proactief en daadkrachtig handelen. Van een minister met rechtsbescherming in portefeuille mag ons inziens meer verwacht worden: de minister belijdt met de mond dat rechtsbijstand van groot belang is maar de praktijk staat hiermee in schril contrast.
De (overigens door een Europese richtlijn voorgeschreven) wijziging per 1 juni 2019 houdt in dat bij ieder politieverhoor van een minderjarige een advocaat verhoorbijstand moet verlenen. Voor de rechtspositie van de minderjarige is dit vanzelfsprekend een toe te juichen verbetering. Voor de advocaat daarentegen niet: de advocaat krijgt ondanks de extra verplichtingen voor zijn werkzaamheden net als voorheen nog altijd ruwweg een vergoeding van 150 euro, ongeacht het aantal keren dat voor deze verhoorbijstand naar het politiebureau afgereisd moet worden.
In concrete gevallen betekent de nieuwe situatie dat de advocaat bij een in verzekering gestelde minderjarige voor een minimale en verlieslatende vergoeding drie dagen (dit is de termijn van de inverzekeringstelling) zijn agenda volledig vrij moet houden. Vlug Huisman Maarsingh Strafpleiters ziet dit als een onevenredige belasting van onze praktijk die financieel niet anders valt te kwalificeren dan als onzakelijk en onverantwoord. Rechtsbijstand kan niet structureel gebaseerd worden op liefdadigheid van de advocatuur. In dit verband verwijzen wij ook naar de brandbrief die de Vereniging voor Jeugdrechtadvocaten hierover heeft geschreven.
Ons kantoor is doende om gratis en verlieslatende werkzaamheden zoveel als mogelijk uit te bannen. Met het oog hierop deden wij nog maar met twee van onze advocaten mee aan het minderjarigenpiket. Voor het goede begrip: deze piketregeling houdt in dat een minderjarige die is aangehouden en/of verhoord wordt een advocaat op bezoek krijgt die hem adviseert en bijstaat tijdens de politieverhoren. Inmiddels hebben wij besloten om in zijn geheel te stoppen met onze deelname aan dit minderjarigenpiket.
Wij dragen er kennis van dat ook andere strafrechtspecialisten in de regio in de afgelopen weken hebben besloten om te stoppen met het bijstaan van minderjarigen tijdens politieverhoren. Wij vinden het een uitermate zorgwekkende en treurige ontwikkeling dat in in ieder geval het arrondissement Overijssel minderjarige verdachten in de belangrijke fase van politieverhoren nauwelijks nog een beroep kunnen doen op bijstand van een in het strafrecht gespecialiseerde advocaat. Maar een overheid die op deze schaal dwingt tot het stelselmatig verrichten van verlieslatende activiteiten, geeft geen andere keuze dan deze activiteiten te staken.
Deventer, 22 augustus 2019