Vrijdag 15 november jl. maakte minister Sander Dekker bekend dat hij zowel in 2020 als in 2021 36,5 miljoen euro beschikbaar stelt “om de sociale advocatuur gesterkt de overgang naar een nieuw stelsel te laten maken.” De minister stelde aan het beschikbaar stellen van dit extra budget de voorwaarde dat de Nederlandse Orde van Advocaten de oproep tot de “piketstaking” zou intrekken. Na interne beraadslaging heeft ons kantoor besloten aan de intrekking van deze oproep geen gevolg te geven.
Onze bezwaren tegen de gister bekend gemaakte plannen luiden als volgt.
Ten eerste geldt dat ook met het extra budget met zeer grote regelmaat dagen gewerkt moet worden voor 0 tot 30 euro bruto (dus exclusief kosten en belastingen) per uur. Dit geldt met name bij verhoorbijstand, maar ook bij zaken die bewerkelijker zijn dan gemiddeld. Dit zijn verlieslatende tarieven. In zaken buiten het strafrecht – zoals het familierecht – voelt men de pijn van onbetaalde uren naar verluidt nog erger.
Ten tweede stelt de minister het geld beschikbaar “om de advocatuur gesterkt de overgang naar een nieuw stelsel te laten maken.” De minister miskent hiermee dat het tarief per punt (als uitgangspunt zou het tarief per punt het uurtarief moeten zijn, dat was indertijd de basis van de huidige regeling) een jaar of 10 geleden 112 euro was. In het huidige plan van de minister is in 2020 het nieuwe tarief per punt 121 euro. Bij een gangbare indexering zou het tarief in 2020 echter ongeveer 129 euro moeten zijn.
Toegesneden op het strafrecht miskent de minister bovendien dat er de afgelopen jaren de nodige extra werkzaamheden bij zijn gekomen waar geen extra vergoeding tegenover staat, zoals de verhoorbijstand in de fase waarin al een toevoeging verleend is. Daar waar het gaat om verhoorbijstand in het kader van strafpiket, zijn wij van mening dat een totale vergoeding van circa 180 euro voor doorgaans minimaal een dagdeel, maar geregeld ook drie dagen (en in uitzonderingsgevallen zelfs zes dagen!) vergaand onbillijk is. Een vergoeding van verhoorbijstand bij meerderjarigen conform de regeling in het minderjarigenpiket, te weten in de vorm van een vergoeding per verhoor, zou naar onze opvatting billijk zijn.
Dat de advocatuur met het gister toegekende extra budget “gesterkt” de komende jaren door zal komen, achten wij alles met elkaar een misplaatste opmerking. De advocatuur krijgt met dit extra budget geen extra vet op de botten. Gegeven de alarmerende, doorwrochte rapporten over dit onderwerp in de afgelopen jaren – waarvan enkele nota bene in opdracht van de minister zelf opgesteld – had een regeling met terugwerkende kracht meer voor de hand gelegen.
Nu de discussie over het budget voor de rechtsbijstand al vele jaren speelt, de minister niet bereid is om de conclusies van de door de minister zelf ingestelde Commissie Van der Meer (met daarin o.a. leden vanuit de rechterlijke macht, de Raad voor Rechtsbijstand en het ministerie van Justitie en Veiligheid) te volgen en de plannen van de minister na al die jaren – in de woorden van de Deken van de NOvA – nog altijd vaag zijn, ziet ons kantoor geen reden om toegeeflijk te zijn. Wij vinden het buitensporig dat de minister er een jaar of acht tot tien over doet om een billijke regeling tot stand te brengen. Als de minister al bereid is om tot een billijke regeling te komen. Wij handhaven daarom ons besluit om de eerste twee weken van januari niet beschikbaar te zijn voor deelname aan het piketrooster.
Wij hechten eraan op te merken dat dit bericht slechts een samenvatting is van onze kritiek. Uiteindelijk gaat het erom of de rechtzoekende voor het geboden tarief adequaat kan worden bediend. Wij zijn van mening dat dat niet of niet behoorlijk kan binnen de huidige regeling. Voor een bredere uiteenzetting van de problematiek van de vergoedingen voor de sociale advocatuur wijzen wij op een tweetal blogs van onze advocaten Jan Vlug en Anno Huisman, hier en hier te vinden.
Deventer, 16 november 2019