Media-aandacht in strafzaken, het is geregeld onderdeel van het vak. Toch is het iets ongrijpbaars: er zijn gruwelijke en heftige zaken waar nauwelijks een letter over te lezen is, terwijl in andere zaken tientallen journalisten zich verdringen om allemaal met (nagenoeg) hetzelfde verhaal terug op de redactie te komen.
Mediastorm
Jos B., verdacht van het doden van Nicky Verstappen, valt in de laatste categorie: direct na de bekendmaking dat er een DNA-match was en dat Jos B. (mede) op grond daarvan als verdachte werd aangemerkt, ontstond er een ware mediastorm. Waar is hij? Wanneer wordt hij overgeleverd? Op welk vliegveld landt hij? Is hij al in Nederland? Wie wordt zijn advocaat? Kranten, radio- en tv-programma’s hunkerden naar nieuws, wilden duiding geven aan het ogenschijnlijk sterke bewijsmateriaal dat er lag en – laat ik het van een positieve kant zien – ook laten zien dat het enkele feit dat Jos B. wordt aangemerkt als verdachte niet automatisch betekent dat hij ook de dader is.
Uitgaande van de gedachte dat media schrijven en publiceren over onderwerpen die de interesse heeft van hun lezers, kijkers en luisteraars, is het begrijpelijk dat een aantal advocaten gevraagd werd om hun licht te laten schijnen over bekend gemaakte details rondom de zaak tegen Jos B. Geregeld is daarbij ook door interviewers aan advocaten de vraag gesteld of de bewuste advocaat de verdediging van Jos B. op zich wilde nemen. Een aantal strafadvocaten heeft deze vraag bevestigend beantwoord. Lees verder
(Blog voor SDU Strafrecht, 12 september 2018)