Op 22 augustus jl. maakten wij op onze site bekend dat Vlug Huisman Maarsingh Strafpleiters om uiteenlopende redenen besloten heeft om te stoppen met deelname aan het minderjarigenpiket. Vandaag is bekend geworden dat de vergoeding voor het minderjarigenpiket zal worden verhoogd. Naar aanleiding hiervan hebben wij ons besluit heroverwogen en herzien: wij zullen alsnog met twee advocaten (blijven) deelnemen aan dit piket.
Na ons bericht van 22 augustus kwam er de nodige publiciteit op gang over de verlieslatende vergoeding waarvoor advocaten die deelnemen aan de regeling van het minderjarigenpiket hun diensten moesten verlenen. De minister voor rechtsbescherming liet hierop op 28 augustus op Twitter weten “een redelijke vergoeding te gaan fixen”. Na overleg met o.a. de Nederlandse Orde van Advocaten en de Vereniging van Jonge Strafrechtadvocaten heeft de minister vandaag gemeld dat het goed is dat de advocatuur aan de bel heeft getrokken over het minderjarigenpiket, want “bij nieuwe verplichtingen hoort immers een redelijke vergoeding.”
Ons kantoor wil een (nagenoeg) full-service strafrechtkantoor zijn. De bijgestelde vergoedingen geven ons als gezegd aanleiding om alsnog met twee advocaten deel te nemen aan het minderjarigenpiket.
Het vorenstaande neemt niet weg dat wij willen benadrukken dat de Vereniging van Nederlandse Jeugdrechtadvocaten al op 13 juni jl. aandacht heeft gevraagd voor de hoogte van de vergoeding en dat de minister in antwoord op kamervragen nog op 21 augustus jl. niets heeft laten doorschemeren over een voorgenomen verhoging van de vergoeding. Bij de implementatie van de nieuwe richtlijn voor minderjarigen (inhoudende dat minderjarigen bij ieder verhoor rechtsbijstand van een advocaat behoren te hebben) is er bovendien welbewust stilgestaan bij de hoogte van de tarieven, zo schreef de minister nog in zijn antwoord. Wij hechten eraan dit te benadrukken, omdat wij ons niet aan de indruk kunnen onttrekken dat niet het belang van de minderjarigen of de billijkheid, maar enkel de publiciteit aanleiding heeft gegeven voor de bijstelling van de vergoeding. Waarmee we willen onderschrijven dat we onze kritiek op het beleid van de minister in al zijn facetten handhaven: in veel rechtsgebieden wordt de rechtsbijstand nog altijd voor een belangrijk deel gesubsidieerd door de sociale advocatuur, in plaats van door de overheid.
Verschillende commissies hebben zich in de voorbije jaren – laatstelijk in 2017 (!) – in niet mis te verstane bewoordingen uitgelaten over de onbillijkheid van de hoogte van de vergoedingen. Het is uitermate zorgelijk dat nota bene de minister met rechtsbescherming in zijn portefeuille deze situatie nu al jarenlang laat voortbestaan.
Deventer, 2 september 2019