De drie zwemleraren die op 22 juni 2017 door de Rechtbank Midden-Nederland veroordeeld zijn voor dood door schuld stellen beroep in tegen dit vonnis. De zwemleraren – bijgestaan door mr. Mariska Pekkeriet en mr. Anno Huisman – kunnen zich niet vinden in het oordeel van de Rechtbank dat zij schuld hebben aan de dood van het verdronken 9-jarige meisje Salam.
Bij de beslissing om beroep in te stellen heeft de verdediging onder andere betrokken dat het van groot belang is om te weten hoe dit drama zich heeft kunnen voordoen. Cruciaal daarbij is het tijdstip waarop Salam uiteindelijk te water is geraakt en verdronken. De Rechtbank heeft geoordeeld dat dit moet zijn gebeurd tijdens het vrij zwemmen. Naar de mening van de verdediging is het daarentegen waarschijnlijker dat Salam te water is geraakt nadat zij naar de douches is gelopen en onder de douche heeft gestaan. Dit moment van overdracht van de leerlingen is belangrijk nu het hier een schoolzwemles betrof, het moment dat de kinderen gaan douchen is het moment van overdracht van verantwoordelijkheden aan de school.
Hoewel onderkend wordt dat een procedure in hoger beroep op menigeen – inclusief de nabestaanden – een zware wissel zal trekken, ziet de verdediging een groot persoonlijk en maatschappelijk belang om het Gerechtshof te vragen om opnieuw het feitencomplex te beoordelen.
Feiten
Het trieste incident had plaats op 21 september 2015 in een zwembad in Rhenen. Het Syrische meisje Salam had die dag met haar klas schoolzwemles. Ongeveer 10 minuten na afloop van de zwemles werd zij levenloos gevonden op de bodem van het diepe zwembad. Reanimeren mocht niet meer baten. Salam was nog maar enkele maanden in Nederland, zij kon niet of nauwelijks zwemmen en zij sprak geen Nederlands.
Het verwijt van het OM luidt dat de drie badmeesters en de twee leerkrachten van haar school Salam gezamenlijk onvoldoende of niet in de gaten hadden gehouden en dat zij onderling geen afspraken over haar hadden gemaakt. Bij vonnis van 22 juni 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland de betrokken leerkrachten van de school vrijgesproken. De drie badmeesters zijn veroordeeld tot een werkstraf van 60 uren.
Ophef naar aanleiding van strafvervolging
Het overlijden van Salam en de strafvervolging door het OM heeft tot veel ophef geleid. Zowel binnen het onderwijsveld als in de zwembadsector zijn er naar aanleiding van deze strafzaak veel zorgen over de verantwoordelijkheden van toezichthouders (badmeesters/leerkrachten) en de afbakening ervan. Het debat hierover is nog gaande.
Deventer, 30 juni 2017